Huishoudelijk Reglement

Huishoudelijk reglement CSV,   d.d. 1 januari 2022

Geldend per 1 januari 2022

1. Algemeen

1.1. Het Huishoudelijk Reglement
In het Huishoudelijk Reglement zijn de rechten en plichten van de vertegenwoordigers van de stichting en van de huurders beschreven. Het HHR is een aanvulling op de statuten van de Culemborgse Stichting van Volkstuinen (CSV). De actuele statuten zijn notarieel vastgelegd.

1.2. Doel en rechtmatigheid
Het doel van het HHR is het beschrijven van de afspraken voor een goede gang van zaken op de volkstuincomplexen.

2. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden

2.1. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden bestuur
Het bestuur is bevoegd om het HHR vast te stellen, te wijzigen of aanvullingen aan te brengen. Indien noodzakelijk kan in incidentele gevallen tijdelijk nadere regelgeving door het bestuur worden gegeven of van de bestaande regelgeving worden afgeweken.

2.2. Wijzigingen
De huurder wordt van wijzigingen en/of aanvullingen op het HHR via de gebruikelijke communicatiekanalen vooraf op de hoogte gesteld.

2.3. Verwerpingen
Indien de huurder niet akkoord gaat met wijzigingen in het HHR dient hij dit binnen 14 dagen, nadat hij hiervan in kennis is gesteld, aan het bestuur kenbaar te maken. Naar aanleiding daarvan of omdat de huurder zich niet houdt aan het HHR is het bestuur gerechtigd om de huurovereenkomst bij zwaarwegende gevallen met onmiddellijke ingang te beëindigen doch uiterlijk per 31 december van het lopende jaar.

3. (Kandidaat) huurders

3.1. Aanmelding
Belangstellende huurders voor een volkstuin kunnen zich aanmelden via het contactformulier. Bij de aanmelding kan de huurder aangeven naar welk complex de voorkeur uitgaat.

3.2. Wachtlijst
Indien er op het moment van aanmelding geen tuin beschikbaar is, wordt de belangstellende huurder op een wachtlijst geplaatst. Overeenkomstig de volgorde van aanmelding wordt een volkstuin aangeboden. Een familielid of een andere belanghebbende (ter interpretatie van het bestuur) kan indien gewenst het gebruik van een tuin met een nieuw contract contractueel overnemen. Indien er geen wachtlijst is, kan een tuinder een tweede tuin huren.

3.3. Ingezetenen Culemborg
Meerderjarige inwoners van de gemeente Culemborg krijgen voorrang bij het aanbieden van een tuin.

3.4. Ingebruikname
Na betaling van de 1ste factuur en na ondertekening van het contract kan de huurder de tuin in gebruik nemen op de overeengekomen datum. De huurder aanvaardt de tuin en eventuele bijbehorende opstallen in de staat van onderhoud, waarop het zich op het moment van ingaan van de huurcontract bevindt en ziet af van alle acties of vorderingen wegens al dan niet verborgen gebreken.

4. Huurcontract

4.1. Status en bindend karakter huurcontract
Met de ondertekening van het huurcontract maakt de huurder duidelijk kennis te hebben genomen van de inhoud van dit HHR en verklaard ermee akkoord te gaan en er zich te aan houden.

4.2. Huurtermijn
De huurtermijn van de tuin loopt vanaf 1 januari t/m 31 december tenzij anders overeengekomen. Wanneer de huur niet binnen de gestelde termijn wordt voldaan eindigt het contract.

4.3. Duur van de overeenkomst
De huur geldt voor de duur van het gehele kalenderjaar, zoals aangegeven in het huurcontract, tenzij de huur op een ander tijdstip is ingegaan. Na betaling van de huur en zonder dat er sprake is van opzegging wordt het contract stilzwijgend voortgezet telkens voor de periode van één kalenderjaar.

4.4. Convenant
Conform het convenant met de overige beheerorganisaties van volkstuinen in de gemeente Culemborg wordt per huishouden binnen de gemeente één contract per beheerorganisatie afgesloten. Er mag slechts bij één volkstuinorganisatie een huurcontract zijn.
Bij afwijken wordt een einddatum van het contract besproken.

5. Beëindiging huurcontract

5.1. Initiatief huurder
Beëindiging van het contract dient te geschieden per schriftelijke opzegging bij voorkeur per mail. Bij tussentijdse opzegging worden de reeds betaalde huurgelden niet aan de huurder terugbetaald. De huurder blijft onderhoudsplichtig tot einde duur huurcontract.

5.2. Initiatief verhuurder (Ingebrekestelling)
De huurder is verplicht zich te houden aan de statutaire grondslagen en de bepalingen van het HHR van de stichting. Bij het niet of niet tijdig nakomen hiervan, zal de huurder in gebreke worden gesteld. Binnen de daarbij aangegeven termijn zal de huurder in de gelegenheid worden gesteld om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Indien hier geen gevolg aan wordt gegeven, dan is de verhuurder gerechtigd de huurovereenkomst van rechtswege, zonder enige rechtelijke tussenkomst als ontbonden te beschouwen. De daaruit voortvloeiende schade kan niet op de stichting worden verhaald. Zie ook art. 9.2 Aanvullende bepalingen complex ”Hoge Prijs” aangaande beëindiging huurovereenkomst van de Gemeente met de Stichting.

5.3. Oplevering
Bij de beëindiging van het contract moet de tuin ontdaan zijn van onkruid, afval, beplanting, bebouwing en dient de tuin gespit of gefreesd (afhankelijk van het seizoen) te worden opgeleverd, tenzij anders met de verhuurder is overeengekomen. Indien de tuin niet in dergelijke staat wordt opgeleverd zal de borgsom niet worden uitgekeerd en is de huurder verplicht om de meerkosten, welke voortvloeien uit het in verhuurbare staat brengen van de tuin, te vergoeden.

5.4. Onderverhuur
Het is niet toegestaan om de gehuurde tuin of een deel ervan aan derden te verhuren en/of in gebruik te geven. In bijzondere gevallen kan na goedkeuring van verhuurder tijdelijk van deze bepaling worden afgeweken.

6. Beplanting

6.1. Doelgebruik
De tuin moet primair worden gebruikt voor het verbouwen van consumptiegewassen.

6.2. Nachtschadefamilie
Aardappelen als voorbeeld van een plant van de nachtschadefamilie mogen slechts in wisselteelt worden verbouwd. Het bestuur schrijft overeenkomstig de daarvoor geldende overheidsbepalingen, ieder jaar een ander 1/3 deel van de tuin voor, waarop het komende seizoen de aardappelen verbouwd mogen worden. Bij de driedeling van de tuin wordt gerekend vanaf het middenpad tot aan de sloot of greppel. Indien op het aangewezen deel een schuur, kasje of vaste beplanting staat of een terras ligt, dan kunnen er op dat deel van de tuin in het betreffende jaar geen/minder aardappelen worden verbouwd.

6.3. Bomen/struiken
Uitsluitend laagstam fruitbomen en/of struiken worden tot maximaal 2 meter hoog toegestaan. Op Lage Prijs moeten deze bomen op het achterste 3de deel van de tuin worden gezet en op Hoge Prijs op het voorste 3de deel van de tuin. Deze bomen en struiken moeten minimaal 1 meter vanaf de rand van de tuin geplant worden.
In bepaalde gevallen kan van deze bepaling met toestemming van het bestuur worden afgeweken.

6.4. Scheiding tussen tuinen
Scheidingen tussen tuinen mogen niet hoger zijn dan 1 meter.
Een scheiding d.m.v. een haag moeten tenminste 50 centimeter van het tussenliggende scheidings- en middenpad geplant worden en mogen. Een hek mag op de scheidingslijn geplaatst worden.

6.5. Bloemen en wilde planten
Huurder is verantwoordelijk dat bloemen en/of onkruid niet kunnen uitzaaien naar naastliggende percelen. Wilde planten en uitzaaiende gewassen dienen regelmatig te worden gesnoeid of te worden verwijderd. Overlast hiervan moet te allen tijde worden voorkomen.

6.6. Verboden planten
Planten, die vallen onder de opium-wet zoals hennep en papaver zijn niet toegestaan. Indien er toch dergelijke planten geconstateerd worden, wordt het contract beëindigd. Daarnaast zijn ook alle niet-vruchtdragende bomen niet toegestaan.

7. Opstallen, bestrating, verharding en afdekking

7.1. Plaats schuur/broeikas
Op Lage Prijs worden schuur en/of kas aan de achterzijde en op Hoge Prijs aan de voorzijde van de tuin gebouwd, zodanig dat deze zich in lijn bevinden met de schuur en/of kas op de andere, naastgelegen tuinen.
Op Hoge Prijs geldt dat schuren, welke gebouwd worden na februari 2015, tegen de voorgeschreven a/b-scheidingslijn geplaatst moeten worden.
De huurder moet voorafgaand aan de bouw toestemming vragen aan de verhuurder.

7.2. Bouwmateriaal opstallen
Opstallen worden uitsluitend van natuurlijke en/of professionele materialen vervaardigd. Deze moeten qua kleur in harmonie met de omgeving zijn.
Metselwerk en beton is verboden.

7.3. Afmetingen opstallen
De maximale hoogte van een schuur is 2,20 meter, met een vloeroppervlak maximaal van 2,50 x 3,00 meter.
Broeikas en/of folietunnel mogen in totaal maximaal 4,00 meter lang zijn, 2,50 meter breed en 2,20 meter hoog.

7.4. Overkapping, luifel
Overkapping of luifel, aangebouwd aan schuur of kas, mag niet groter zijn dan de breedte van het opstal en maximaal 2,00 meter uitsteken. Partytenten of tarp zijn alleen toegestaan tussen zonsopgang en zonsondergang.

7.5. Gebruik van verhardingsmaterialen
Tegels, straatstenen en houtsnippers zijn toegestaan voor het aanleggen van een terras of pad, al dan niet gelegd in een zandbed. De maximale toegestane verharding van een tuin is 20% van het tuinoppervlak, exclusief de oppervlakte van schuur. Schelpen, grind, granulaat e.d. zijn op het hele complex niet toegestaan.
7.6. Gebruik van plastic
Bij opstallen moet niet-gewapend en/of verweerd plastic jaarlijks per 1 november verwijderd zijn.
Plasticsoorten, die voor langdurig gebruik buiten geschikt zijn, moeten verwijderd worden voordat deze verteren.

8. Gebruik van de tuin

8.1. Onderhoud algemeen
De huurder is onderhoudsplichtig, d.w.z. dat de gehele tuin naar behoren moet worden onderhouden en van onkruid worden gezuiverd. Voor de tuinders op Hoge Prijs geldt dat de tuinder de 4 meter strook aan de achterzijde van de tuin tenminste onkruidvrij dient te houden. Voor het adequaat onderhoud van alle vormen van bebouwing, omheining en paden is de huurder verantwoordelijk. Verval wordt niet toegestaan.

8.2. Grond
De huurder mag geen grond afgraven c.q. graszoden steken en deze afvoeren. Het aanvoeren van niet gecertificeerde grond of het aanbrengen van graszoden is niet toegestaan.

8.3. Hulpmiddelen
Het bewaren of opslaan van materialen en/of goederen welke geen directe toepassingsdoeleinden hebben voor het gebruik van de volkstuin (of de opstallen welke hierop geplaatst worden; zie art. 7), is niet toegestaan. Vuil, afval, puin, e.d. dienen terstond van het complex te worden verwijderd. Het verbranden van vuil of afval op het complex is wettelijk verboden.

8.4. Vogelverschrikkers
Dode vogels mogen niet als vogelverschrikkers worden geplaatst, noch mogen kadavers worden begraven

8.5. Gebruik van de pompen
Voordat de pomp wordt gebruikt, zal er bovenaf enig water in moeten worden gegoten, om enerzijds de zuigkracht van de pomp te waarborgen en anderzijds overmatige slijtage aan de pompen te voorkomen. Het langdurig en veelvuldig gebruik van mechanische pompen is uitsluitend toegestaan, indien daardoor niet het handmatig gebruik van de pomp door andere tuinders tijdelijk wordt verhinderd. Na het gebruik van de mechanische pomp moet het aansluitpunt met dop en rubberring worden afgesloten om de handmatige werking van de pomp te herstellen.
Door brandstof aangedreven motorische pompen mogen uitsluitend worden gebruikt als deze worden geplaatst in een vloeistofdichte lekbak. Dit ter voorkoming van bodemverontreiniging.
Het is niet toegestaan mechanische pompen per dag langer dan 30 minuten te gebruiken.

8.6. Overlast
Huurders mogen geen onredelijke overlast veroorzaken voor mede-tuinders.

9. Aanvullende bepalingen (per complex)

9.1. Aanvullende bepalingen complex “de Punt”
De huurder is verplicht binnen drie maanden, nadat de gemeente de huurovereenkomst van het complex de Punt met de stichting heeft opgezegd, de tuin op te leveren overeenkomstig het hiervoor gestelde. Bij onmiddellijk opzegging door de gemeente, zal de stichting genoodzaakt zijn de huur met de tuinder eveneens met onmiddellijke ingang te beëindigen. De eventueel daardoor aantoonbaar geleden schade zal in dat geval door de gemeente worden vergoed.
Op de Punt zijn bomen niet toegestaan, terwijl struiken niet hoger dan 1.20 m mogen zijn. Vaste bebouwing is op de Punt niet toegestaan.

9.2. Aanvullende bepalingen complex “Hoge Prijs”
De huurder is verplicht binnen drie maanden, nadat de gemeente de huurovereenkomst van het complex Hoge Prijs met de stichting heeft opgezegd, de tuin op te leveren overeenkomstig het hiervoor gestelde. Bij onmiddellijk opzegging door de gemeente, zal de stichting genoodzaakt zijn de huur met de tuinder eveneens met onmiddellijke ingang te beëindigen. De eventueel daardoor aantoonbaar geleden schade zal in dat geval door de gemeente worden vergoed. Zie ook de speciale bepaling t.a.v. de 4 meter stroken aan de achterkanten van de tuin is opgenomen bij punt 8.1

In verband met werkzaamheden aan de greppels rondom het complex moet de 4m-strook aan de achterzijde van de tuin tussen 1 november en 31 maart vrij zijn van begroeiing, materialen en voorwerpen (zeil, stenen, hout, e.d.). Na deze werkzaamheden wordt de 4m-strook geploegd en /of gefreesd.

Huurders van het complex Hoge Prijs zijn onderhoudsplichtig voor de 50 cm brede strook tussen het pad en de aangegeven rand van de tuin. Deze strook mag niet hoger worden dan het pad en dient vrij te zijn van alle soorten begroeiing en overhangende takken.

9.3. Aanvullende bepalingen complex “Lage Prijs”
De greppel, gelegen aan de achterzijde van de aan de boomgaard gelegen tuinen, dient voor onderhoudsdoeleinden, tenminste 1,00 m vanaf de omheining vrij van vaste beplanting, opslag van materiaal of compostbakken e.d. te zijn.
Huurders van tuinen aan de linkerkant van het complex (vanuit de molen gezien) zijn onderhoudsplichtig voor de 50 cm brede berm tussen het pad en de tuin. Deze strook dient vrij te zijn van alle soorten begroeiing en overhangende takken.
Huurders van tuinen aan de rechterkant van het complex (vanuit de molen gezien) zijn onderhoudsplichtig voor de 70 cm brede berm tussen het pad en de aangegeven rand van de tuin. I.v.m. de daarin gelegen drainage mag de grond niet dieper dan 10 cm worden bewerkt en dient vrij te zijn van alle soorten begroeiing en overhangende takken.

10. Milieu

10.1. Milieuvriendelijk tuinieren
De tuin dient op duurzame wijze te worden onderhouden. Het gebruik van chemische bestrijdings-, groei- en gewasbeschermingsmiddelen is niet toegestaan.

10.2. Milieuhandhaving
Inzake milieuhandhaving gelden voor de huurder alle relevante overheidsbepalingen en aanwijzingen van de verhuurder. De huurder is immer persoonlijk aansprakelijk voor het niet nakomen van de geldende milieuvoorschriften en de eventueel daaruit voortvloeiende schade en/of van overheidswege opgelegde sanctie.

11. Schouw
Op meerdere momenten in het jaar bekijkt het bestuur de staat van de tuinen en het naleven van de voorschriften voor het gebruik van de tuinen.

Download: